Willem en ik

Al een paar maanden schrijf ik aan mijn afstudeerwerk. Op dit blog wil ik naast mijn schrijfproces ook mijn onderzoek delen. Ik doe onderzoek naar rouwrituelen en omgaan met verlieservaringen. 

Ik werd een paar jaar geleden wakker met een zin in mijn hoofd. ‘Mijn vader leerde ons rouwen.’ De zin was interessant genoeg om te onthouden, om op te schrijven en om over te blijven denken. Waarschijnlijk hoorde er een droom bij, maar die was ik die ochtend al vergeten. Dus wist ik de context niet, wat alleen maar meer ruimte voor gedachten opleverde: Hoe leer je iemand rouwen? En waarom?

Een van de opties was dat de vader dood zou gaan, dat lijkt me namelijk een manier om mensen te leren rouwen. Als ik nu dood zou gaan, zal mijn omgeving leren rouwen. Natuurlijk is dit een vrij risicovolle methode, als je een kind in het zwembad gooit, zal het leren zwemmen of verdrinken. Bovendien vond ik het interessanter wanneer die vader doelbewust aan de gang zou gaan.

Ik ben niet bang om dood te gaan, ik ben bang om over te blijven. Ik heb me er een tijd erg boos over gemaakt dat mijn broer en zussen langer ouders zullen hebben dan ik, omdat ik de jongste ben. Dat is natuurlijk onredelijk, maar ik nam het mijn ouders erg kwalijk dat ze mij als laatste hadden gekregen. Nu lach ik daar een beetje om, maar de angst blijft hetzelfde. Ik wil niet de laatste zijn van mijn gezin.

Wanneer ik ergens bang voor ben, omring ik me met informatie. Mijn ouders gaan dood. Nu nog niet, ik heb geen informatie die daarop wijst, maar het ligt in de lijn der verwachtingen dat ik hen zal overleven. Dat betekent dat ik met dat verlies moet kunnen omgaan. Ik weet dat ik me daar niet op kan voorbereiden. Willem weet dat niet. Willem gelooft in rouwen als vaardigheid, iets wat je kunt leren, zodat je er klaar voor bent wanneer je het nodig hebt. Willem leert zijn dochters rouwen.