Waarom ik de laatste tijd zo vaak het Wilhelmus zing

Als er iets is waar ik een grondige hekel aan heb is het de uitspraak ‘zo moet je niet denken’. Ik heb hem best vaak gehoord, goed bedoeld weliswaar, maar toch ontzettend irritant. Ten eerste is het bijzonder lastig om niet op een bepaalde manier te denken, of niet aan een bepaald onderwerp. Daarnaast heb ik het idee dat zoiets vooral gezegd wordt, of in ieder geval tegen mij, in situaties waarin het duidelijk is dat ik ook niet erg tevreden ben met mijn gedachtegang.

Neem bijvoorbeeld een studieopdracht, waar ik over in zit. Soms vind ik het onderwerp leuk en heb ik zin om eraan te werken maar wil ik het dan zo graag goed doen dat ik telkens opnieuw begin. En langzaam begint dan de gedachte op te komen dat ik het ook eigenlijk allemaal niet kan, dat ik een sukkel ben, dat ik nu door de mand val. Een reactie die ik eerder veel op dit soort situaties heb gehoord is het typische ‘zo moet je niet denken’. Dat is juist wat me zo frustreert, ik begrijp ook dat dit niet alleen niet productief is, maar bovendien ook gewoon heel erg ongezellig. Het is me echter nog niet gelukt om dan tijdens zo’n opdracht heel actief niet te denken dat het me niet gaat lukken. Natuurlijk, soms pep ik mezelf op, en probeer ik in mijn hoofd als een soort cheerleader mijn andere gedachten te overschreeuwen. Dat is vooral erg vermoeiend. Bovendien worden de onaardige gedachten er alleen maar onaardiger van.

Nu probeer ik de laatste tijd iets nieuws. In plaats van tegen de gedachten in te gaan, of heel hard te proberen ze te negeren, maak ik er liedjes van. Het oorspronkelijke idee is volgens mij om zo’n gedachte in een zin op te schrijven en dat vervolgens op de melodie van een kinderliedje te zingen. Dat met die kinderliedjes werd hem niet, die ken ik niet goed genoeg, en ik weet niet waarom maar de eerst volgende optie die me te binnen schoot was het Wilhelmus. Dus nu zing ik vooral in de periode voor de tentamens met grote regelmaat het Wilhelmus, uit volle borst, met teksten zoals: Ik ga mijn tentamens niet halen want ik ben veel te dom. Terwijl ik dat dan zo zing op die gedragen klanken, voel ik me redelijk belachelijk, maar wordt tegelijkertijd die zin belachelijk. Ik kan de gedachte dan gewoon niet meer serieus nemen. Vooral niet wanneer ik me voorstel dat Willem-Alexander het telkens opvangt als iemand ver weg het Wilhelmus zingt en als een konijn zijn oren spitst. En hoe hij dan verbaasd zijn hoofd schudt en dan weer belangrijke koninklijke dingen gaat doen, terwijl hij zich een heel klein beetje druk maakt over mijn tentamens.