Toon

Frederieke is later, ze is vrijwel altijd later behalve als ze zoveel verlaat is dat ze geen tijd heeft om thuis te eten en haar eten in een bakje meeneemt naar de repetitie.
‘Ze doet geen moeite op tijd te komen,’ zegt Roos. En daar is de rest het mee eens, Frederieke is niet ijverig genoeg.

Roos wilde eerst voor de repetitie afspreken, Maaike had terecht opgemerkt dat ze wel een kwartier hadden voor Frederieke er zou zijn. Ahlem houdt zich stil, als nieuwste lid van het koor is de vreugde er onderdeel van te zijn nog groter dan de frustratie. Thea heeft het koor vijftien jaar geleden opgericht en Roos heeft nu al ruim een decennium met haar gezongen. Ahlem en Frederieke zitten er nu een paar maanden bij, nadat anderen het te druk kregen met (klein)kinderen. Ahlem houdt zich meer op de achtergrond, maar meteen was het duidelijk dat ze met Frederieke een goede solist binnen haalden. En dat is waar het nu op stuk loopt, ze moeten repeteren voor het zomerfestival. Frederieke laat het afweten.
‘Zonder haar gaat het sowieso niet door,’ zegt Roos.
‘Dat vind ik te kort door de bocht,’  zegt Maaike. ‘Een van ons kan de partij overnemen.’

Roos trekt haar wenkbrauw op naar Thea, ze hebben het eerder geprobeerd, maar juist wat hen onderscheidt van andere koren is dat ze een sterke solist hebben. Ze hebben nooit eerder zo goed geklonken.
Thea’s stem wordt ieder jaar een beetje minder en na de longontsteking van vorige winter raakt ze midden in de nummers buitenadem. Ze wil nog altijd graag schitteren op het podium. Dan maar op de achtergrond, toch staat ze er.